woensdag 11 januari 2012

Animatiefilmpje

Ons filmpje staat in de map met video's onder de naam: Kikker en Schildpad

dinsdag 10 januari 2012

Ruimtelijk mensfiguur

Hiernaast is het ruimtelijk mensfiguur van Elsemieke en Marijke te zien.

Toevoeging aan het blog van Arjanne

Dit wil ik nog graag aan mijn blog toevoegen:

Beeldaspect

Ik laat het beeldaspect vorm in mijn lesontwerp naar voren komen.

Snelle werkers en opruimen

Voor de snelle werkers maak ik een extra opdracht.

Ik wil de leerlingen laten weten dat ze gaan opruimen, tien minuten van tevoren.

Fasen

Op de volgende manier komen de volgende fasen van een beeldende vorming les in een les van mij naar voren:

Kennen: De leerlingen leren over verschillende lichaamsverhoudingen.
Herkennen: De leerlingen herkennen dat iedereen uit de klas dezelfde lichaamsverhoudingen heeft.
Toepassen: De leerlingen passen lichaamsverhoudingen toe in het eigen werk.

Afronding van de les

Ook wil ik een nabeschouwing inbouwen, zodat de leerlingen de opgedane kennis en ervaring beter kunnen onthouden. Ik wil de werkstukken bespreken in kleine groepen (twee tot drie leerlingen). Ik geef mijn doelen dan aan de leerlingen. De leerlingen brengen dan naar aanleiding van die doelen feedback uit op het werk van leerlingen. Ook vertelt iedere leerling hier iets in van zijn of haar werkproces. Ik wil hier de leerlingen wel bij vermelden dat ze elkaars werk met respect moeten behandelen.

Vervolgens wordt er per groepje een presentatie gedaan over een werkstuk en wordt feedback van de leerlingen van het groepje kenbaar gemaakt over dit werkstuk, in relatie met de doelen die ik voor de les opgesteld had.

Pas daarna pas ik mijn eigen evaluatie toe.

Doordat de leerlingen elkaars werk bekijken, komen ze erachter dat er meerdere antwoorden mogelijk zijn voor het beeldend probleem.

Kindertekeningen vervolgopdracht Elsemieke en Marijke

Dit zijn de resultaten van de vervolgopdracht.
De nummers van de tekeningen komen overeen met de nummers van de tekeningen van de eerste tekenopdracht.

Tekening 1


Tekening 2

Tekening 3

Tekening 4

Procesfasenmodel

Hieronder is te lezen hoe het procesfasen model is toegepast.

Lesopbouw
Lesmodel: Procesfasenmodel BV

Voorbereiding
Context
De lln. werken rondom het thema kerst/winter. Om goed bij de context en de belevingswereld aan te sluiten is het goed om rond dit thema een tekenopdracht te bedenken.

De lln. hebben al eerder een tekening gemaakt. Hiernaar heb ik gekeken en verschillende doelen voor een volgende les vastgesteld

Basisplan
De doelen die de lln. moesten halen waren per lln. verschillend. Dit omdat er verschillende niveaus in de groep zijn.
De doelen die de lln. moesten halen waren:
• Gebruik van realistische kleuren
• Echte voorwerpen tekenen (kerstboom + ballen)
• Echte mensen tekenen (hierbij letten op buik, armen, benen, handen, voeten, haren, ogen, mond, neus, oren)
• Gebruik van/Ervaring op doen met ander tekenmateriaal

Oriëntatie
Introduceren
Ik breng een probleem in. Ik wil de kerstboom gaan versieren, maar ik weet niet goed hoe dat moet. Ik vraag aan de lln. hoe zij dat doen.

Informeren
Ik vraag aan de lln. welke voorwerpen er nodig zijn voor het versieren van een kerstboom. Ik maak hierbij gebruik van de kerstboom die in de klas staat. De lln. kunnen zo de verschillende voorwerpen benoemen en aanwijzen.

Instrueren
Ik leg uit wat de bedoeling is. De lln. gaan zichzelf bij de door hun mooist versierde kerstboom tekenen. De lln. tekenen zichzelf en hun versierde kerstboom. De lln. moeten hierbij erop letten dat ze echte mensen tekenen met armen, benen, handen, voeten, e.d.). Ook letten ze hierbij op de realistische kleuren. (bijv.: een kerstboom is niet geel, maar groen.)

Uitvoering
Observeren
Als de lln. aan de slag gaan, ga ik bij de lln. zitten die het moeilijk vinden om te beginnen. Ik herhaal de opdracht voor deze lln. nog een keer. Ondertussen kijk ik rond bij de andere lln. hoe zij aan het tekenen zijn. Daarna gaan ook deze lln. aan de slag.

Begeleiden
Ik loop rond bij alle lln. om complimenten en feedback te geven aan de lln. Hierbij let ik weer op de doelen. Door vragen te stellen aan de lln. hoe ze het ook al weer moesten doen, komen de lln. er zelf achter of ze het goed hebben gedaan en wat ze evt. nog moeten veranderen.

Afronden
Als de lln. klaar zijn, laten ze hun tekening aan mij zien en daarna mogen ze gaan spelen. De krijtjes hoeven nog niet opgeruimd te worden omdat ze samen gedeeld hebben. Als iedereen klaar is, wordt er gezamenlijk opgeruimd.

Nabeschouwing
Nabespreken/Beoordelen
Ik bespreek met de lln. de gemaakte tekeningen. Ik vraag aan de lln. of ze tevreden zijn met de tekening. Ik vraag aan ze wat ze het beste vinden aan hun tekening en waarom. Ook stel ik vragen over de verschillende doelstellingen die de lln. hadden. Door deze vragen te stellen kunnen de lln. zelf vertellen of dat gelukt is bij hun tekening of niet.

Presenteren
De tekeningen worden in de klas opgehangen, zodat de lln. nog eens terug kunnen kijken wat ze getekend hebben en hoe ze dat gedaan hebben. Ook kunnen de lln. op deze manier trots zijn op wat ze gemaakt hebben. Ze kunnen het aan iedereen laten zien.

Evaluatie
Evalueren
De verschillende fases zijn goed doorlopen. De lln. waren betrokken bij de les door de probleemstelling. Ze gingen enthousiast aan de slag en hebben al doelen behaald.

Reflecteren
Bij de volgende vervolgopdrachten moet nog specifieker naar de mensfiguren gekeken worden, zodat deze nog gedetailleerder getekend kunnen worden. Ook moet er nog meer gelet worden op het kleurgebruik, zodat de realistische kleuren meer gebruikt worden.

Mensfiguren Marijke


Dit zijn mijn tekeningen, gemaakt in de lessen. De eerste tekening was nog zonder echte bewustwording van het menselijk lichaam, hoe de verhoudingen waren e.d. Op de tweede tekening hebben we verhoudingen aangegeven als breuken, als handigheidjes voor het tekenen van een mensfiguur. De derde tekening is een animatiefiguur. Hierbij moesten we erop letten dat de verhoudingen anders waren dan bij mensen. Bij de laatste tekening hebben we stap voor stap een mensfiguur in de goede verhoudingen getekend.

maandag 9 januari 2012

Beeldende vorming opdrachten Jansje Groenenberg

Mensfiguren
Tijdens het eerste college moeten we een mensfiguur tekenen. Dit is het resultaat.

Bij college 2 moesten we een mensfiguur tekenen volgens het schema. Dit is het resultaat.

Ook moesten we een fantasie figuur tekenen. Dit is het resultaat daarvan.


Animatie figuur
Voor het animatiefilmpje moesten we eerst zelf een fanasie figuur maken.


Vorm: Allemaal cirkels. Hij heeft lange poten en grote ogen.

Kleur: Ik heb twee kleuren groen gebruikt. Deze kleuren heb ik om en om geverfd. De binnenkant van de bek is roze.

Constructie en beweging: Van cinillle draad heb ik de poten gemaakt. Ook het hoofd zit hiermee vast. Hierdoor kunnen de kop en poten bewegen.

Techniek: Van meloendozen heb ik het lijf gemaakt. De pootjes zijn van cinile draad met onderaan een stukje van een eierdoos. Met het draad van de pootjes heb ik door middel van gaatjes de meloenenbakjes aan elkaar vast gemaakt. Op sommige hoeken zit tape.

De volgende keer kan ik beter eerst verven en dan het draad eraan vast maken. Nu is het draad groen geworden.

Ik heb 4 kinderen zichzelf laten tekenen. Hieronder zijn de resultaten te vinden en een analyse hiervan.

Kinder tekeningen
Tekening 1
Jongen
4 jaar (bijna 5)


Op deze tekening was duidelijk een kopvoeter te zien. Toen hij klaar was heeft hij er nog wat krassen doorheen gezet.
De tekening is van leerling uit groep 1.
Qua lijnen zit de leerling duidelijk in fase 4.
De tekening heeft expressionistisch kleurgebruik.

Tekening 2


Jongen
4 jaar

Op deze tekening is een draadfiguur te zien. De tekening is van een jongste kleuter in groep 1. Qua lijnen zit deze leerling in fase 5.
De tekening heeft expressionistisch kleurgebruik.

Tekening 3


Jongen
5 jaar

Op deze tekening is een compleet mensfiguur te zien. Door het inkleuren is dit niet helemaal meer zichtbaar. Qua lijnen zit deze leerling in fase 5.
De tekening heeft dingkleur.

Tekening 4

Meisje
6 jaar

Op deze tekening is ook een draadfiguur te zien. De tekening is van een leerling uit groep 2. Qua lijnen zit de tekening in fase 5.
De tekening heeft dingkleur.

Ik heb 4 andere kinderen hun huis met een boom laten tekenen. De resultaten staan hieronder. Ook de analyse staat daarbij.

Tekening 1

Jongen
4 jaar

Ramon is de jongste kleuter. Hij kreeg de opdracht om zijn huis te tekenen met een boom ernaast. Hij ging gelijk aan de slag. Toen ik hem iets over zijn tekening liet vertellen, wist hij niet meer wat hij had getekend.
In de tekening is expressionistisch kleurgebruik te zien. Qua ruimte zit hij in fase 1. Alles zweeft. Er is geen duidelijke onder en bovenkant.

Tekening 2


Jongen
4 jaar

Qua ruimte zit Jurjen in fase 2/3. Toen hij het huis tekenende, kwam hij erachter dat het niet paste. Hij tekende een raam en een boom midden in het huis.
De tekening heeft dingkleur.

Tekening 3

Meisje
4 jaar (bijna 5)

Qua ruimte zit Sylvie in fase 3. Ze tekent vanaf een grondlijn. Als ik naar de lijnen kijk, zit de tekening in fase 5.
De tekening heeft dingkleur. Het huis is niet in verhouding met de boom. Ook het mensfiguur is bijna even groot als het huis.
Het mensfiguur is een draadfiguur.

Tekening 4

Meisje
6 jaar

Myrthe is één van de oudste kleuters uit groep 2. Qua ruimte zit Mirthe in fase 4. Er zit wel hoogte verschil in. Het terras is achter het huis getekend.
De boom is goed in verhouding met het huis. De zon is wel erg groot.
De tekening heeft dingkleur.

Het procesfase model

Als vervolg opdracht heb ik de volgende les ontwikkeld:

Voorbereiding
Context
De leerlingen werken rondom het thema winter. Om goed bij de context en de belevingswereld aan te sluiten is het goed om rond dit thema een tekenopdracht te bedenken.
Tijdens een vorige les hebben een aantal kinderen een mensfiguur getekend.
Basisplan
Doelstellingen
• De kinderen tekenen mensfiguren met een buik, armen, benen, handen, voeten, haren ogen, mond, neus en oren. (hierbij letten op buik, armen, benen, handen, voeten, haren, ogen, mond, neus, oren)
• De kinderen gebruiken realistische kleuren in hun tekening.

Oriëntatie
Introduceren
Ik vertel dat we een wandeling willen gaan maken in de sneeuw. Het is veel te koud om in onze gewone kleren te lopen. Wat moeten we aantrekken als we buiten in de sneeuw lopen?
Informeren
Ik vraag aan de kinderen hoe we onszelf moeten tekenen. Als we een buik hebben getekend, wat moet daar dan aan? Hoeveel armen hebben we? Hoeveel benen etc.
Wat voor kleren draag je in de winter?
Instrueren
Ik vertel dat de kinderen zichzelf gaan tekenen in de sneeuw. Eerst gaan ze met potlood zichzelf tekenen. Hierbij kijken ze goed naar elkaar.
Als ze dit hebben gedaan tekenen ze een winterjas, wanten, muts etc. Hierna tekenen ze sneeuwvlokken.
Uitvoering
De kinderen tekenen aan hun eigen tafel met potlood.
Observeren
Ik loop rond en help de kinderen waar het nodig is. Ook stel ik de kinderen vragen. Hoeveel armen heb je? Hoeveel vingers etc. Ondertussen kijk ik rond bij de leerlingen hoe zij aan het tekenen zijn.
Begeleiden
Ik loop rond en kijk bij de leerlingen. Hierbij let ik op de door mij gestelde doelen. Ik stel vragen aan de kinderen. Hierdoor merken ze of ze het goed doen of nog iets moeten veranderen.
Afronden
De kinderen die klaar zijn letten hun tekening in de vensterbank . Ze controleren of hun naam erop staat. Hierna mogen ze spelen.

Nabeschouwing
Nabespreken/Beoordelen
In de kring bekijken we tekeningen van de kinderen. Hierbij vertellen de kinderen wat over het proces en het product.

Presenteren
De tekeningen worden in de klas opgehangen.
Evaluatie
Evalueren
Ik bekijk de tekeningen. Hierbij let ik op de door mij gestelde doelen.
Reflecteren
Ik heb de les nog niet gegeven.